werking zonneboiler
De zonneboiler bestaat uit drie onderdelen: de zonnecollector, de regelaar en het voorraadvat. De zonnecollector vangt de zonnestralen op, de regelaar met de temperatuur van het water in het voorraadvat en de zonnecollectoren en het voorraadvat slaat het verwarmde water op. Het voorraadvat bevindt zich over het algemeen binnenshuis, de zonnecollectoren zijn altijd op een zonnige plaats geplaatst, meestal het dak van het huis.
De zonnecollector maakt gebruik van de fotothermische omzetting van zonnestraling naar warmte. De zonnecollector bestaat uit een aantal buizen en een collectoroppervlak. Het collectoroppervlak is voorzien van een speciale laag: de spectraal selectief laag. Deze laag zorgt er aan de ene kant voor dat er zo veel mogelijk zonnestraling geabsorbeerd wordt, en aan de andere kant dat er zo min mogelijk zonnestraling verloren gaat aan de omgeving.
De regelaar meet het temperatuurverschil tussen het water in het voorraadvat en het water in de zonnecollector met temperatuursensoren. Wanneer het temperatuurverschil groter dan 5 graden Celsius is wordt de pomp aangestuurd en wordt het verwarmde water uit de zonnecollectoren naar het voorraadvat gepompt en komt er water uit het voorraadvat in de zonnecollector terecht voor verwarming.
De zonneboiler werkt alleen wanneer er voldoende zonnestraling op de zonnecollectoren komt. Op zonnige dagen kan de temperatuur van het water oplopen tot zo’n 80 graden Celsius. Wanneer het water onder een temperatuur van zo’n 62 graden Celsius terechtkomt wordt het water op 62 graden Celsius gehouden door de gasboiler of Cv-ketel. Deze temperatuur is cruciaal in verband met het tegengaan van bacteriegroei.